Portretten De Flecke - Leeuwarden City of Literature

Op dinsdag 13 en woensdag 14 december waren Tsead Bruinja, muzikant Zea en fotografe Rosa van Ederen met gastdichter Bart FM Droog op bezoek bij woonzorgcentrum De Flecke in Joure. Zij maakten persoonlijke portretten met en voor de dames Knol, Feenstra-Sijbesma, Van der Meulen en Ten Boom-Dam. Het bezoek aan De Flecke is het slot van Portretten in Poëzie. Tsead over de reeks: “Zonder steun van het Lira Fonds, de stichting Dichter des Vaderlands, Leeuwarden City of Literature, het Prins Bernhard Cultuurfonds, Dasja Koot (voorheen assistent Dichter des Vaderlands), de bewoners en alle lieve medewerkers van de verschillende woonzorgcentra hadden we dit niet kunnen doen. Dank!”

Tsead over het bezoek aan De Flecke: “Na een avondlang voicemails te hebben ingesproken op zoek naar een vervanger voor Iduna Paalman die door griep was geveld, hadden we ’s ochtends onderweg naar Joure beet. Terwijl we Emmeloord passeerden nam de vriendin van Bart FM Droog in het Groningse Eenrum de telefoon op. ‘Barthomoleus’ werd eerst door zijn vriendin Noor richting hoorn geroepen, vervolgens door ons overtuigd, waarna hij onder de douche en vervolgens in zijn wagen sprong. Hij was precies op tijd bij woonzorgcentrum De Flecke voor koffie met sûkerlatte. De Flecke was de laatste pleisterplaats van een tour die in januari 2020 begon in Dokkum. In plaats van een elfdorpentour is onze tocht een tour van één stad, negen-dorpen en een vlek geworden. ‘Vlek’ is de benaming die volgens wikipedia gebruikt wordt “voor nederzettingen met stedelijke kenmerken die geen stad zijn”. Joure was onze eerste vlek. Het was bovendien het eerste woonzorgcentrum waar de contactpersoon, Marijke Thibaudier, zelf een gedicht heeft geschreven. Arnold zong voor mevrouw Ten Boom-Dam een op Leonard Cohen geïnspireerd levenslied, Rosa bezocht met mevrouw Van der Meulen het oude huis van haar opa en oma waar ze vroeger geschaatst had. Bart FM Droog wist de levenslust en positieve blik van mevrouw Feenstra-Sijbesma in woorden te vangen. Hij mailde later nog na: “Na de uitvoering bleken zij en twee van haar dochters heel verguld met het gedicht. Het was voor mij heel bijzonder hoe zij opmerkelijk optimistisch in het leven staat. Ondanks het gegeven dat haar man, met wie ze al zestig jaar gelukkig getrouwd is, in een ander verzorgingshuis woont waardoor ze elkaar maar eens in de week kunnen zien. Dit land heeft behoefte aan meer mensen als Ineke.” Zelf sprak ik met mevrouw Knol die vertelde over hoe goed ze ooit kon mikken. Toen een timmerman haar plaagde als schoolmeisje bij het legen van een dakgoot, kreeg die de natte drab zo in zijn gezicht. Een ander voorbeeld van haar scherpe blik vind je in het gedicht.”

Beluister het lied ‘De ballonnen efternei’ dat Zea schreef en componeerde over bewoonster Margje Dam:

Bekijk een selectie van de foto’s die Rosa van de workshops (door Tsead, Zea en Bart met bewoners) en de eindpresentatie maakte:

Lees de gedichten die Tsead en Bart schreven over de bewoners:

Bekijk een deel van de foto’s die Rosa maakte als portret van mevrouw Jannie van der Meulen:

Rosa: “Jannie van der Meulen heeft haar hele leven in Joure gewoond. Samen gingen we die middag op pad door de straten waar zij ook als klein meisje had gelopen. Zo kwamen we uit bij het huis dat al 150 jaar in haar familie is en waar nu Jannie’s jongste zusje woont met haar man. Het was ontzettend zonnig en koud weer, heel goed schaatsweer. Jannie ging als meisje graag schaatsen, met haar drie zusjes ging zij op Friese doorlopers de sloten van Joure over. Bij het huis op het Molenpad riep haar pake ‘Famkes vangen!’ en gooide stukken koek op het ijs voor hen. Wanneer de zussen verder schaatsten naar hun andere pake en beppe, zo’n kilometer of 20 verderop, moest er snert gegeten worden. Omdat ze zo’n honger had at ze het op, maar liever liet Jannie de snert staan; de vliesjes van de bonen uit eigen tuin zaten er nog in en daar gruwelde zij van. Het was een mooie middagwandeling met het rijp nog op de planten waar heel veel schoonheid in te vinden was ‘als je het maar wil zien’, zoals Jannie zei.”